Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

De Vilans Protocollen: hoe het allemaal begon

Gepubliceerd op: 16-09-2024

De Vilans-protocollen bestaan al meer dan 25 jaar. Maar hoe zijn ze eigenlijk ontstaan? Aan wie kunnen we dat beter vragen dan aan Ida Voorthuis, die aan de wieg stond van wat nu de Vilans-protocollen zijn.

Nieuwe kennis nodig  

Ida neemt ons terug in de tijd: ’Het idee voor een centraal zorgprotocollen-bestand ontstond in Groningen, bij het Kwaliteitsinstituut voor Toegepaste Thuis Zorgvernieuwing (KITTZ), een van de organisaties die later werden samengevoegd tot het huidige Vilans. ‘Het KITTZ deed onderzoek naar zorginnovatie,’ vertelt Ida. ‘Er ontstond een trend om mensen zo lang mogelijk thuis te verzorgen. De tijd die men in het ziekenhuis doorbracht, moest naar beneden. En dus kwam het vaker voor dat mensen thuis een infuus kregen, of sondevoeding. Dat was voorheen ondenkbaar. Daarom was er snel nieuwe kennis nodig.’  

Eén gezamenlijk protocollen-bestand 

‘We zijn begonnen om eens uit te zoeken welke protocollen en richtlijnen er al waren. We vonden vijftien thuiszorgorganisaties, van Limburg tot aan Groningen, die mee wilden werken aan het project. We bekeken al hun protocollen, en al snel bleek dat er veel overeenkomsten waren, tot aan de opbouw van documenten aan toe. Ik vermoed dat er in die tijd wel eens wat werd overgeschreven van elkaar. Zonde van het werk natuurlijk. Door een gezamenlijk bestand te gebruiken kon veel tijd bespaard worden.’ Zo geschiedde. KITTZ schreef het algemene bestand met zorgprotocollen. Op basis van landelijke richtlijnen én op basis van de kennis van zorgorganisaties. Ieder jaar was er contact met de zorgorganisaties om  feedback op te halen, en het bestand te verbeteren.  

Groeiende kennisgemeenschap  

Toch was bij de start niet iedere zorgorganisatie direct enthousiast over een gezamenlijk protocollen-bestand, herinnert Voorthuis zich. ‘Men was van mening dat de kwaliteit van zorg die een organisatie leverde afgelezen kon worden aan het eigen protocollenbestand, en men was bang iets waardevols uit handen te geven. Terwijl wij van mening waren  dat juist praktijkvariatie kwaliteit in de weg staat. Gelukkig zagen steeds meer organisaties dit in.  

‘Eigenlijk is er in al die tijd niet zo gek veel veranderd,’ vertelt Ida. ‘De opbouw van de protocollen is niet wezenlijk anders. En ook nu nog is feedback van gebruikers heel belangrijk voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de protocollen. Al kan dankzij Mijn Vilans Protocollen tegenwoordig iedere zorgverlener elke dag feedback geven.’  

Het belang van protocollair werken 

Ida werkt al een tijd niet meer bij Vilans. Toch blijft ze het belang van protocollair werken benadrukken. ‘Protocollair werken betekent dat er eenduidig gehandeld wordt. Voor de cliënt is dit veel prettiger. In een goed protocol worden bovendien de nieuwste inzichten op het gebied van bijvoorbeeld hygiënevoorschriften verwerkt. Zo weet je zeker dat de handeling goed en veilig gebeurt. Ook de zorgmedewerker heeft hier baat bij, want uiteindelijk is die verantwoordelijk voor het leveren van goede zorg.’