Zuidoost-Brabant zet in op nieuw zorgmodel
Gepubliceerd op: 11-10-2024
Twaalf VVT-organisaties in Zuidoost-Brabant gaan in Zorgteams van de toekomst werken met een nieuw ondersteunend model: de Schijf van vijf. Het stimuleren van de zelfredzaamheid van de klant vormt het uitgangspunt; professionele zorg wordt alleen ingezet wanneer dat echt nodig is. Het is een van de stappen die de regio zet om de ouderenzorg toekomstbestendig te maken.
Schijf van vijf
De twaalf VVT-organisaties in Zuidoost-Brabant hebben afgesproken om volgens een Schijf van vijf model in vijf stappen het gesprek met de cliënt aan te gaan:
- Wat kan de cliënt zelf.
- Wat kan met de inzet van technologie.
- Wat zijn de mogelijkheden van mantelzorgers.
- Is de inzet van vrijwilligers een optie.
- En tot slot: is de inzet van een zorgprofessional nodig.
Het uitgangspunt is dat de zorg niet automatisch wordt overgenomen, maar mensen meer zelf de regie nemen (stimuleren zelfredzaamheid), ook door hen bijvoorbeeld te leren zelf ogen te druppelen of steunkousen aan te trekken. Het is niet altijd nodig om alle stappen te doorlopen (het is niet volgordelijk); het kan voorkomen dat de inzet van professionele zorg meteen vereist is, of dat de inzet van technologie niet aan de orde is.
Dit model vormt een van de concrete resultaten die de samenwerking in de regio al heeft opgeleverd. In het halfjaarbeeld van de eerste helft van 2024 worden visie, de uitwerking ervan en resultaten van de samenwerking in de regio overzichtelijk gepresenteerd. ‘In 2018 was het nog ieder voor zich; de aanpak was geld gedreven en het organisatiebelang stond veelal voorop. Maar de afgelopen jaren zijn de organisaties veel meer gaan samenwerken; ze zijn gaan inzien dat ze samen meer kunnen bereiken. Tegenwoordig proberen ze de verbinding te maken of maken ze de verbinding regionaal, daarin mede financieel ondersteund door het Zorgkantoor. Met als doel zorgen dat de zorg niet vastloopt’, vertelt Saskia Bakermans, regionaal programmamanager Zuidoost Brabant: een regio met een ingewikkelde arbeidsmarkt, een grote zorgvraag en wachtlijsten. De regio legde twee programmalijnen vast:
- Samen met gemak dubbel zoveel cliënten helpen in 2030.
- Toegankelijkheid in 2030 voor alle kwetsbare ouderen in onze regio (ongeacht waar je woont).
Hier werden thema’s aangehangen, waar weer projecten aan werden gekoppeld; een jaarplanning maakt duidelijk wat ieders rol en taak is. Saskia: ‘Wat je regelmatig ziet is dat twee of drie organisaties met iets starten en anderen dan aanhaken.’ Ofwel: Coalition of the willing.
Model: 'Het leven centraal'
Vilans ontwikkelde de schijf van vijf door in het model ‘Het leven centraal’. De maatschappij gaat meer zorgen en de zorg gaat meer vermaatschappelijken. Het model geeft de samenhang en volgordelijkheid aan tussen:
- voor jezelf kunnen blijven zorgen;
- hulp inschakelen van naasten of het sociale netwerk en de buurt;
- gebruikmaken van digitale zorg en hulpmiddelen;
- en samenwerken in netwerken.
‘Al veel bereikt in deze regio’
‘Als je kijkt naar deze regio, is hier veel bereikt, want samenwerking is hartstikke ingewikkeld. De regio heeft focus weten aan te brengen; partijen hebben samen een richting gekozen en weten dat goed te benadrukken’, vertelt Lieuwe-Jan van Eck. Vanuit het programma RegioKracht ondersteunt hij de samenwerking en deelt hij ervaringen van andere regio’s met Zuidoost-Brabant. ‘Het draait hier nu echt om de vraag: wat is voor alle cliënten in de regio van belang en wat is dan het beste om samen te doen en wat ook niet?’, zegt hij.
Saskia: ‘Maar we zijn er nog niet; je ziet dat het organisatiebelang niet helemaal verdwenen is. Bestuurders zijn soms nog zoekende hoe ze hun nieuwe rol moeten invullen. Ik probeer daarin de smeerolie te zijn en investeer tijd in het contact met bestuurders. Ook is de inhoudelijke verantwoordelijkheid bij de bestuurders gelegd, waar aanvankelijk de neiging bestond om die bij mij te leggen.’
‘We hebben nu een gedeelde visie’
Katinka van Boxtel, sinds 2019 lid van de Raad van Bestuur van Archipel (regio Eindhoven), beaamt dat organisaties inmiddels veel meer samenwerken. ‘Zo hebben we het capaciteitsvraagstuk in de regio heel goed in kaart gebracht en weten we voor welke cliënt waar plaats is. Ook hebben we goede afspraken gemaakt over de crisiszorg. En in de trajectbegeleiding voor mensen met dementie, werken we inmiddels heel goed samen. Het besef dat we moeten samenwerken overheerst nu. We zijn van twaalf organisaties met een eigen beleid toegegroeid naar een gedeelde visie vertaald in twee beleidslijnen. We hebben vijftig projecten naar veertien projecten teruggebracht. Want door veel meer focus aan te brengen, heb je veel meer kracht.’
‘Meer kracht door tegenkracht’
Toch is het spanningsveld tussen organisatiebelang en regiobelang niet helemaal verdwenen. Katinka: ‘En soms kan iets echt niet in een organisatie; je moet je ook verantwoorden naar je eigen Raad van Toezicht en dat bijt soms. Daarin moeten we transparant zijn en elkaar helpen; op dat vlak hebben we nog wel iets te leren. We hebben samen al veel stappen gezet, maar we hebben ook nog steeds issues. Dat is niet erg. Als je er samen goed uitkomt, groeit de samenwerking erdoor. Je krijgt meer kracht door tegenkracht.’
Saskia beaamt dat: ‘Door je als bestuurder voor samenwerking open te stellen, kun je elkaar versterken. Bestuurders vinden dat vaak nog lastig. Maar juist door als team samen te werken, ontstaat een wij-gevoel en groeit de beweging. Je moet met elkaar op bestuurlijk niveau durven te bespreken wat nodig is. De regio staat voor enorme uitdagingen die je niet als individuele organisatie kunt aangaan.’
Als het lukt om op één lijn te komen, zoals de keuze voor de Zorgteams van de toekomst en werken volgens de Schijf van vijf, is dat natuurlijk mooi, vindt Katinka. ‘Al zijn er nog wel wat kleinere partijen (buiten het VVT Platform ZOB) die niet zijn aangesloten en de werkwijze nog niet overnemen; daarin hebben we ook de steun van het zorgkantoor nodig.’
‘De grootste uitdaging: de organisatie meenemen’
De grootste bestuurlijke uitdaging vormt volgens Katinka het meenemen van de organisatie in het anders werken. ‘Dat je medewerkers echt in staat stelt de omslag te maken. Zij ervaren dagelijks de druk en voelen zelf dat het anders moet. Maar als je al tientallen jaren op een bepaalde manier werkt, is het niet eenvoudig om het anders te gaan doen. Mijn advies is in ieder geval: geef het de tijd en praat er over met mensen, zodat ze het gaandeweg gaan accepteren.’ Saskia vult aan: ‘Uitgangspunt van de nieuwe werkwijze is dat mensen heel veel zelf kunnen en dat dat vaak prettiger is dan op drie momenten per dag wachten op bijvoorbeeld thuiszorg. Dat vraagt echt om een gedragsverandering van medewerkers. Daarin zullen ze allemaal getraind worden. Vanuit het onderwijs worden we hierin ondersteund. Bovendien zal in de praktijk gemonitord worden hoe de werkwijze uitpakt en waar eventueel bijsturen nodig is.’
Voor alle projecten geldt dat organisaties scherp moeten blijven of ook het beoogde resultaat wordt behaald, vindt Katinka. ‘En in de borging van nieuwe werkwijzen ligt eveneens een uitdaging: kunnen we straks verder als gelden worden stopgezet? Dat gesprek moeten we nog voeren, vanuit een gedeelde visie, waarbij de inhoud leidend is’, besluit zij.
Geleerde lessen voor andere regio’s en sectoren
De gehandicaptensector in Zuidoost-Brabant heeft inmiddels stappen gezet richting meer samenwerking. De geleerde lessen in de VVT-sector in de regio, kunnen ook interessant zijn voor andere regio’s en sectoren, waaronder de GHZ.
- Stel als bestuurders een gemeenschappelijke ambitie vast, zodat je weet aan welke knoppen je moet draaien: je kunt regionaal een aantal dingen samen doen, efficiënter en slimmer.
- Regionaal samenwerken hoeft niet op alle onderdelen: werk samen daar waar je elkaar kunt versterken. Coalition of the willing.
- Leg afspraken van tevoren vast, zodat je weet waar je ja tegen zegt. Daarbij is het belangrijk dat je naar de kosten kijkt en hoe je die verdeelt.
- Bestuurlijke kartrekkers zijn heel belangrijk; het project is niet van de programmamanager, maar van organisaties zelf.
- In Zuidoost-Brabant investeerde de regio nadrukkelijk in de samenwerking van bestuurders en belegde hiervoor extra sessies. Hoe partijen samenwerken is in Zuidoost-Brabant vastgelegd in een governance model en dat bevordert het onderlinge vertrouwen.
- Breng projectleiders bijeen. Zo voelen ze met elkaar dat ze samen verder komen en het echt anders moet.
- Leg van tevoren vast hoe je gaat toetsten wat je hebt afgesproken.
- Je hoeft niet steeds alles meteen te doen met alle organisaties: enkele organisaties kunnen met een onderdeel aan de slag gaan. In de praktijk zie je dan dat andere organisaties gaandeweg aanhaken; dat gebeurt dan vanuit een intrinsieke motivatie, niet omdat het moet.