Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Zonder toegankelijke medisch generalistische zorg geen transitie in de zorg

Gepubliceerd op: 05-11-2024

Toegang tot Medisch generalistische zorg (MGZ) voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking is opnieuw moeilijker geworden. Versnelling van regionale samenwerkingen is noodzakelijk. Met het programma ‘Medisch generalistische zorg in de regio’ ondersteunen Vilans en Erasmus Universiteit Rotterdam, in opdracht van het ministerie van VWS, initiatieven op dit gebied. “We staan voor grote uitdagingen, maar zien ook een goede beweging”, vertellen programmaleider Marloes Berkelaar en onderzoeker Jitse Schuurmans. Ook het Convenant Samenwerking MGZ geeft hoop.

De tekorten onder artsen VG, specialisten ouderengeneeskunde en huisartsen zijn het afgelopen jaar nog verder toegenomen, zo blijkt uit het rapport Regio-inventarisatie Medisch generalistische zorg in de regio 2024 van Vilans en Erasmus University Rotterdam. Jitse Schuurmans, onderzoeker aan de Erasmus, leidde de inventarisatie. 'De problemen zijn het grootst onder artsen VG', aldus Schuurmans. 'In 18 van de 31 regio’s wordt het tekort aan artsen VG genoemd als knelpunt. Tekort aan specialisten ouderengeneeskunde wordt in 8 regio’s genoemd en tekort aan huisartsen in 10 regio’s. Het urgentiebesef om de MGZ anders te organiseren voor ouderen en mensen met een beperking is dan ook hoog.'

Druk op eerste lijn verlichten

'Wat de situatie bemoeilijkt, is dat steeds meer cliënten complexe zorgvragen hebben, waarbij per definitie veel verschillende zorgverleners betrokken zijn', vertelt Marloes Berkelaar, programmaleider Medisch generalistische zorg in de regio. 'Goede afstemming en samenwerking, gericht op de patiënt en zijn of haar naasten, is essentieel om de juiste zorg te organiseren. Daarbij komt dat steeds meer patiënten thuis wonen of kiezen voor een kleinschalige of geclusterde woonvorm. Door de zorg voor deze patiënten neemt de druk op huisartsen verder toe. Met het programma ’Medisch generalistische zorg in de regio’ ondersteunt Vilans regionale initiatieven die de druk op onder meer de eerste lijn kunnen verlichten door vernieuwende manieren van het regionaal organiseren van zorg te helpen ontwikkelen. Langzaam komt die beweging op. We zien een toename van samenwerkingen.'

Gebruik IZA als aanknopingspunt

Samenwerking, bij voorkeur domeinoverstijgend, is al langer een thema in de zorg. Ook in het Integraal Zorgakkoord wordt de verbinding tussen de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg genoemd als belangrijk punt. Zo’n verbinding komt ten goede aan iedereen die gebruik maakt van MGZ. Berkelaar raadt dan ook aan om het IZA te gebruiken als aanknopingspunt om MGZ te verbeteren. 'Zorg ervoor dat het toegankelijk houden van de MGZ aandacht krijgt aan bestuurlijke tafels en in regionale netwerken.' Het nieuwe regeerprogramma, waarin de coalitiepartijen inzetten op versterking van de eerste lijn door verbeterde samenwerking tussen zorgpartijen, is hierbij wellicht een steun in de rug.

MGZ-convenant interessant

Regionale samenwerking is daarbij geen doel, maar een middel om toegang tot MGZ in de regio toekomstbestendig te houden. 'Zorgpartijen moeten van instellingsverantwoordelijkheid naar regionale verantwoordelijkheid', aldus Schuurmans. 'Dat is lang niet altijd makkelijk. Afspraken over regionale samenwerking en daarbij passende zorginkoop komen niet vanzelf tot stand. Daarom is het zo bijzonder dat brancheverenigingen in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg, huisartsenzorg én zorgverzekeraars op 2 september het Convenant Samenwerking MGZ hebben getekend. Zeven partijen uit verschillenden domeinen hebben daarvoor de handen ineengeslagen.'

Zorgpartijen moeten van instellingsverantwoordelijkheid naar regionale verantwoordelijkheid.

Jitse Schuurmans

Convenant Samenwerking MGZ: basis voor concrete overeenkomsten

Het Convenant Samenwerking MGZ is opgesteld en getekend door de Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde Verenso, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk gehandicapten, de Landelijke Huisartsen Vereniging, eerstelijnsorganisatie Ineen, branchevereniging ActiZ en Zorgverzekeraars Nederland. In het convenant hebben zij drie afspraken geformuleerd:

  • MGZ is overdag (reguliere zorg) en in de ANW-uren (spoedzorg) beschikbaar voor alle patiënten met een Wlz-indicatie, ongeacht waar ze wonen.
  • Op basis van zowel de actuele zorgvraag als de langdurige zorgvraag van de patiënt wordt de arts (huisarts, specialist ouderengeneeskunde of arts VG) ingezet die hiervoor het best geëquipeerd is en wordt bepaald welke arts regiebehandelaar MGZ is.
  • De artsen worden ondersteund om hun taak zo effectief en efficiënt mogelijk uit te kunnen oefenen.

De afspraken in het convenant zijn de basis voor concrete overeenkomsten tussen zorgaanbieders en professionals in de regio’s. Binnenkort volgt de handreiking bij het Convenant met extra informatie over hoe organisaties dat kunnen aanpakken.

Dynamiek in de gehandicaptenzorg

Naast het convenant zijn er meer positieve ontwikkelingen te melden over de samenwerking in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg. Zo is de gehandicaptensector een flinke inhaalslag aan het maken in oplossingen voor de MGZ. 'In heel veel regio’s zijn bestuurlijke tafels geformeerd', aldus Berkelaar. 'Verder zijn er meerdere regionale MGZ-initiatieven met stepped care en taakherschikking van de grond gekomen, zoals van de Vereniging Gehandicaptenzorg Utrecht. Op termijn wil de VGU toe naar een regionale poli waar de expertise van artsen VG en andere zorgprofessionals gemeenschappelijk benut kan worden. En in de regio Zwolle werken negen VG-organisaties samen in het project Verpleegkundige consultatie op afstand. Dankzij beeldbellen wordt 87 procent van de vragen die eerst bij de huisarts terecht kwamen, direct door een triagist beantwoord.'

Voortgang in de ouderenzorg

In de ouderenzorg waren al langer samenwerkingen tussen huisartsen, SO’s en verpleegkundig specialisten. 'We zien nu een soort volwassenwording van initiatieven en samenwerkingsverbanden', vervolgt Berkelaar. 'Projecten, initiatieven en experimenten maken een transitie naar een volgende fase. De randvoorwaarden worden duidelijker en gemeenten en zorgorganisaties gaan er serieuzer mee aan de slag. Een mooi voorbeeld is de Transmurale Regionale Afspraak die zorg- en welzijnspartijen in de Achterhoek daarover maakten. Verder heeft de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) expliciet benoemd dat huisartsen verantwoordelijkheid hebben in de ouderenzorg. Dat zien we nu terug in het convenant.'

In de ouderenzorg zien we een soort volwassenwording van initiatieven en samenwerkingsverbanden.

Marloes Berkelaar

Lees verder over de Transmurale Regionale Afspraak in de Achterhoek

Oplossingen MGZ in kleinschalige woonvormen

Het waarborgen van MGZ in kleinschalige en geclusterde woonvormen blijft het meest genoemde knelpunt in de Regio-inventarisatie 2024. Schuurmans ziet dat verschillende routes genomen worden om dit knelpunt aan te vliegen. 'Soms nemen locaties gezamenlijk een verpleegkundig specialist in dienst om medische basiszorg te leveren. Zorgteams worden versterkt en verpleegkundige triage ingeregeld. Of er wordt gezorgd dat een arts VG of SO op consultbasis beschikbaar is. In Gelderland bijvoorbeeld zijn kleinschalige woonvormen bezig om met uniforme afspraken tot een goede samenwerking te komen met huisartsen en SO. Op die manier wordt de eerste lijn versterkt.'

Lees verder over samenwerking bij kleinschalige woonvormen in Gelderland

Meer verbinding door programma

Er zijn dus zeker cruciale stappen vooruit gezet in de MGZ. 'Vanuit het programma ’Medisch generalistische zorg in de regio’ hebben we het afgelopen jaar een groeiend aantal partijen in de ouderen- en de gehandicaptenzorg kunnen ondersteunen', vertelt Berkelaar. 'We delen kennis via praktijkverhalen en in bijeenkomsten. De bijeenkomsten dragen bij aan de verbinding tussen behandelaren en bestuurders binnen de regio, maar ook tussen de regio’s. Vanuit het programma bouwen we verder aan de beweging. We hebben steeds meer voorbeelden waarop we kunnen voortborduren. De weg naar toekomstbestendige MGZ is een proces dat tijd kost, maar stap voor stap gaan we in de goede richting.'

Van de ‘Regio-inventarisatie Medisch generalistische zorg in de regio 2024’ is een heldere infographic gemaakt. 

Kom naar de netwerkbijeenkomst ’Medisch generalistische zorg in de regio’ op 22 november

Schrijf je in voor de landelijke netwerkbijeenkomst ‘Samen bouwen aan toekomstbestendige Medisch generalistische zorg in de regio' op vrijdagmiddag 22 november 2024. Van 12.00 tot 17.00 uur krijg je in de Jaarbeurs te Utrecht antwoord op uiteenlopende vragen én inspireren we je met voorbeelden van regio’s waar huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen VG en verpleegkundig specialisten op een vernieuwende manier samenwerken.

Ga ook aan de slag met ’Medisch generalistische zorg in de regio’

Vilans en Erasmus Universiteit Rotterdam ondersteunen regio’s bij het ontwikkelen van nieuwe wegen voor het toegankelijk houden van medisch generalistische zorg in de regio. Dit doen we door regionale projecten ondersteuning te bieden op vraagstukken rondom strategie en implementatie. Ook delen we kennis en bieden we handvatten om zelf aan de slag te gaan door praktijkverhalen beschikbaar te stellen en bijeenkomsten te organiseren. Wil je in jouw regio ook met MGZ aan de slag, neem dan contact op met de adviseurs van Vilans via mgzinderegio@vilans.nl. Aansluiten bij bijeenkomsten en leerkringen kan ook altijd. Je bent van harte welkom!


Downloads

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan