Toekomst ouderenzorg: ook maatschappij is aan zet
Gepubliceerd op: 04-10-2024
Het Nationaal Ouderenfonds heeft 4 oktober uitgeroepen tot Nationale Ouderendag. Hoe kijkt Vilans aan tegen de toekomst van de ouderenzorg? Mirella Minkman, voorzitter raad van bestuur, reageert.
De ouderenzorg in Nederland. Het moet anders én het kan anders. Maar: de toenemende vraag naar zorg voor ouderen is niet op te lossen door zorgorganisaties en zorgverleners alleen. We moeten af van de overtuiging dat zorg van professionals altijd het antwoord kan zijn. De maatschappij moet meer gaan zorgen, en de zorg moet meer vermaatschappelijken.
Dichter bij huis
Het is een goede ontwikkeling dat ouderen langer (zelfstandig) thuis of in de buurt kunnen wonen, op voorwaarde dat ze daar passende zorg en ondersteuning kunnen krijgen. We weten uit onderzoek dat ouderen in de toekomst het liefst (zelfstandig) thuis of in de buurt willen blijven wonen, zelfs als ze (meer) zorg nodig hebben. Een groot deel van de ouderen geeft aan dan terug te kunnen vallen op anderen voor extra hulp. Dat betekent ook dat je zorg dichter bij de mensen thuis moet organiseren.
Inmiddels zien we daarvan al veel werkzame voorbeelden, niet alleen van anders zorgen, maar ook diversiteit aan woonvormen en de mogelijkheden van zorgzame gemeenschappen. De verandering is gaande. Maar anderzijds moet nog (te) veel gebeuren. Niet alleen ‘de zorg’ heeft een opgave, ieder is aan zet.
Model ‘Het leven centraal’
Daar hoort ook het beter faciliteren van naasten zoals familie en kennissen en zorgzame buurten bij. Van burgers wordt veel verwacht. De boodschap moet nog krachtiger. Het model ‘Het leven centraal’ gaat ervan uit dat eerst wordt gekeken wat de behoefte is van iemand met een zorg- of ondersteuningsvraag. Gaat het echt om zorg, of om wat support bij het dagelijks leven, vervoer, sociale contacten, wat kunnen betekenen en je nog steeds van betekenis voelen. Zie de vraag achter de vraag, de behoeften en de beleving van de persoon.
Dan zijn er, achtereenvolgens, verschillende stappen mogelijk: wat kan iemand zelf oplossen of, als dat niet lukt, wat kan iemand dan leren zelf te doen (of opnieuw leren), waarbij een zorgprofessional soms tijdelijk kan helpen. Daarna zijn er nog meer andere mogelijkheden. Denk aan hulp van mantelzorgers, naasten en vrijwilligers, zorgzame gemeenschappen, hulpmiddelen of digitale zorg.
Van belang is wel dat deze mensen ook uit de voeten kunnen, ervaringen van anderen vinden, praktische kennis en informatie en weten bij wie terecht kunnen bij vragen. Is de zorgvraag dan nog niet beantwoord, pas dan komt de professionele zorg in beeld én in actie. Zo kunnen we die beschikbaar houden voor iedereen die deze echt nodig heeft. Hiermee zijn we dus allen aan zet.
Sandwich-generatie
De ouder wordende samenleving gaat ons allemaal raken. Dat is ook mooi want ouderen hebben veel levenswijsheid en kunnen jongere generaties veel bieden. Natuurlijk is het ook pittig, dat weet ik maar al te goed als burger in de ‘sandwich-generatie’ met oudere ouders en tienerkinderen. Als we professionals met vertrouwen inzetten waar ze het meest waarde kunnen toevoegen, we digitale zorg veel slimmer gebruiken en ieder doet voor de ander wat hij kan, staat iedereen er minder snel alleen voor. Dat is mijn wens voor deze Nationale Ouderendag.
Tot slot: ambitie is nodig, maar versnellen en innoveren gaan niet vanzelf. Echt veranderen kost tijd. Stimuleer en faciliteer wat goed gaat. Leer meer van elkaar. Gebruik daarvoor de kennis en ervaringen die er al zijn. En vooral: denk niet vanuit wetten, regels en hoe we het hebben georganiseerd, maar zet het leven van mensen centraal; wat willen zij? Behoeften en wensen veranderen, vertrek dus niet vanuit oude beelden of aannames maar vanuit en samen met de oudere(n) van vandaag en die van morgen.