Model als hulpmiddel voor noodzakelijke omslag ouderenzorg
Gepubliceerd op: 01-08-2024
Kwetsbare ouderen die langer thuis blijven wonen, minder zorgmedewerkers die voor hen kunnen zorgen, een steeds groter beroep dat wordt gedaan op mantelzorgers en naasten. De ouderenzorg in Nederland staat onder druk. Er moet iets gebeuren, vinden velen. Vilans ontwikkelde een model dat behulpzaam kan zijn bij die noodzakelijke omslag.
Een boeiende discussie en dat is het. Het Financieele Dagblad (FD) besteedt deze zomer in een aantal artikelen aandacht aan de gevolgen van de vergrijzing. Recent lieten enkele deskundigen hun licht schijnen over de vraag ‘Moet het bejaardenhuis terugkeren?’
Afgesloten van maatschappij
Zorgexperts zijn weinig enthousiast, zo blijkt uit de rondgang van het FD. ‘Een inefficiënte oplossing’, ‘We hebben er de mensen niet voor’ en ‘Afgesloten van de rest van de maatschappij, dat moeten we niet willen’, zijn enkele reacties die het dagblad optekende. Maar: de huidige situatie van zo lang mogelijk thuis blijven wonen en de laatste maanden in een verpleeghuis, is ook niet meer houdbaar. Er moet iets gebeuren.
Recht op zorg
Mirella Minkman, voorzitter raad van bestuur van Vilans en bijzonder hoogleraar aan de universiteit van Tilburg pleit in het artikel voor een omslag in verwachtingen. ‘We komen uit het frame dat zorg het antwoord is. We hebben maatschappelijke problemen weggeorganiseerd, geprofessionaliseerd. Maar de maatschappij moet meer zorgen, en de zorg moet meer vermaatschappelijken. Reduceer je alles tot een zorgvraagstuk, dan maak je alles heel duur. Burgers die hier actief mee bezig zijn zien wel dat een zorgzame buurt de oplossing is, maar anderen hebben nog een houding van: we hebben recht op een bepaalde hoeveelheid zorg. Het gesprek hierover kun je niet alleen aan zorgverleners overlaten.’
Automatisch antwoord
De beweging naar voren. Zo noemt Femke de Wit de ontwikkeling dat de maatschappij meer gaat zorgen en de zorg meer gaat vermaatschappelijken. Als themacoördinator Persoonsgericht en Integraal werken bij Vilans ontwikkelde zij met collega’s een model hoe dat vorm kan krijgen. ‘We proberen het automatische zorgantwoord op een zorgvraag te doorbreken. Op het moment dat er een zorgvraag of zorgindicatie ligt, kijk dan eerst naar wat nu echt de behoefte is. Is dat wat op papier staat en wat de doorverwijzing zegt? Of ligt er een andere behoefte? Ligt daar bijvoorbeeld eenzaamheid aan ten grondslag?’
Zelf doen
De Wit schetst vervolgens de verschillende stappen in het model: wat kan iemand zelf oplossen, vanuit eigen regie en eigen kracht en als dat niet lukt, wat kan iemand leren zelf te doen, met soms korte ondersteuning van een zorgprofessional. De Wit: ’Als dat nog geen antwoord geeft, dan is er een heel palet aan mogelijkheden. Dan kunnen mantelzorgers, naasten, vrijwilligers, maar ook zorgzame gemeenschappen, buren, activiteiten in de buurt of digitale zorg een antwoord geven. Als er dan nog geen oplossing is of het antwoord nog onvoldoende is, dan kan beroepsmatige zorg aanvullen op al deze andere mogelijkheden.’
Zorgzame gemeenschappen
Marcel Canoy, hoogleraar Gezondheidseconomie en dementie aan de VU, is een warm pleitbezorger van zorgzame gemeenschappen. ‘Ik ben er in de loop der jaren achter gekomen dat de toekomst van ouderenzorg in Nederland vooral in de zorgzame buurten ligt. In die zorgzame buurten wordt niet alleen iets nuttigs met ouderen gedaan, maar ook door ouderen. Als dat dan de toekomst is, waarom zien we dan niet meer zorgzame buurten in Nederland?’ Het antwoord geeft Canoy zelf: het systeem zit initiatieven in de weg. Een vorig jaar door hem opgesteld manifest met de oproep aan toenmalige ministers om regels aan te passen die lokale initiatieven in de weg zitten, werd in een mum van tijd door honderden mensen ondertekend. Met Vilans richtte Canoy ook een loket in waar zorgzame buurten problemen met wet- en regelgeving kunnen aankaarten. ‘Wij gaan dan op zoek naar oplossingen’, belooft het loket.
In de video-serie Het leven centraal lichten medewerkers van Vilans toe hoe zij met hun werk bijdragen aan de beweging ‘naar voren’ dat de zorg meer gaat vermaatschappelijken en de maatschappij meer gaat zorgen.
Marcel Canoy schreef een alleraardigst verhaal om de impact, mogelijkheden en drempels van zorgzame buurten zichtbaarder te maken: Hennie’s Rozenbuurt.
Downloads