Infectiepreventie: ‘De kennis is er, nu nog doen’
Gepubliceerd op: 23-01-2023
‘Medewerkers hebben vaak wel de kennis over infectiepreventie. De stap naar infectiepreventie dagelijks toepassen mist nog, vertellen beleidsadviseur Kirsten Frick en manager Liän Veldhuis van Aveleijn. Het afgelopen jaar deed Aveleijn mee aan het programma ‘Kan of moet het hygiënischer?’ van Vilans. Wat heeft hen dat gebracht?
Liän werkt nu zo’n tien jaar bij Aveleijn. ‘Tot vorig jaar werkte ik op locaties waar we weinig spraken over infectiepreventie. Dat zegt denk ik wel iets over hoe het ervoor stond. Het leefde niet.’ Kirsten vult aan: ‘In 2020 is onze commissie infectiepreventie opgezet. Deze heeft zich twee jaar lang druk beziggehouden met corona. Maar aan infectiepreventie in de breedte gaven we weinig aandacht.’
Medewerkers hebben de kennis
Liän heeft voor haar opleiding tot manager onderzoek gedaan naar de kennis en bereidheid van medewerkers binnen Aveleijn om hygiënisch te werken. Liän licht toe: ‘Het onderzoek liet zien dat de meeste medewerkers wel de juiste kennis hebben. Maar de stap om de kennis toe te passen mist nog.
Verrassend genoeg was die bereidheid bij medisch geschoold personeel niet hoger dan bij medewerkers die niet medisch geschoold zijn. Zij hebben die kennis meegekregen vanuit hun opleiding, dus dan hoort die eigenlijk al bij wat je in je basis doet. We hadden verwacht dat zij die kennis dan juist zouden toepassen.
Vraag medewerkers om mee te denken over oplossingen
‘Die bereidheid om hygiënisch te werken verhogen vraagt natuurlijk een hele andere aanpak dan alleen kennis verstrekken over infectiepreventie’, voegt Kirsten toe. ‘We moeten meer inzetten op motiveren en naar de mensen toegaan. Ga in gesprek met je medewerkers en luister naar ze.’ Liän geeft een voorbeeld: ‘Laatst nam ik een handhygiëne-pakket mee naar een teamoverleg. Hierin zitten posters ‘Klaar voor je werkdag’, posters over handhygiëne, kleine flacons Sterillium en een aantal adviezen over handhygiëne.’
‘Zo geven we de manager en de teams iets tastbaars en is er een aanleiding om in gesprek te gaan. Dat onderwerp hebben we toen met elkaar besproken, gewoon heel laagdrempelig. Wat was dat een mooi gesprek! Mensen stelden zelfs vragen en kwamen met nieuwe ideeën voor dingen waar ze tegenaan liepen. Een medewerker zei bijvoorbeeld: “Mijn kleding op 60 graden wassen? Dan krimpen mijn eigen shirts en broeken. Kunnen we niet gewoon werkkleding krijgen?” Wij waren ervan uitgegaan dat dat geen optie was, om niet meer je eigen kleding te dragen op je werk. Zo’n gesprek doet echt iets in je team.’
Verandering kost tijd
Kirsten voegt nog toe: ‘We komen uit een tijd waarin zelden of nooit werd gesproken over infectiepreventie. Medewerkers werden hier ook niet op aangesproken. Nu moeten we een leuke manier zien te vinden om wel dat gesprek aan te gaan. Managers moeten daar echt tijd in steken. Het vraagt ook om maatwerk. Want weten dat het moet, is toch echt wat anders dan het zelf gaan doen.’