Zowel de IGJ als Cavent vinden dat de bestuurder en de beleidsadviseur de overtuiging dienen te hebben dat infectiepreventie hoort bij kwalitatief goede zorg leveren. Hier moet structureel aandacht voor zijn, vindt Stephanie Hulsbosch. ‘Niemand wil dat cliënten en medewerkers ziek worden. Dat leed wil je voorkomen en daar ben je als bestuurder verantwoordelijk voor. Het hoort bij goede zorg bieden en vraagt van een bestuurder om infectiepreventie te agenderen. Binnen Cavent is dit besef inmiddels breed gedragen. Ook verpleegkundige Rianne Kooij heeft hierin als kartrekker op de werkvloer een belangrijke rol gespeeld.
Financieel belang
Daarnaast is er een financieel belang, want een uitbraak van een infectieziekte kost veel geld. Medewerkers vallen ziek uit, een groot probleem als er toch al personeelstekort is. Dat kun je beter voorkomen wat geld uit te geven aan mondneusmaskers, handschoenen, zeep en desinfectiemiddel. En vooral aan scholing hoe daar goed mee om te gaan.’
Aanpak Cavent
Bij Cavent is in het begin van het traject gestart met een visiesessie met de leidinggevende over de manier om infectiepreventie uit te gaan dragen naar de locaties en de zorgmedewerkers. Het begon met het commitment bij de teammanagers om toe te werken naar een verandering in houding en gedrag bij medewerkers. Zo stond met elkaar het goede verhaal vast, zodat zij ook in staat zijn om het gesprek op de werkvloer te faciliteren met ondersteuning van Kooij vanuit haar medische achtergrond. ‘De teammanagers wilden voorkomen dat ze politieagent moesten spelen. In deze aanpak hadden ze vertrouwen.’
Het commitment van de bestuurder is voelbaar, vindt Nelleke Visser. ‘Onze bestuurder vraagt bijvoorbeeld actief uit hoe het met het project gaat.’ Daarnaast is het nodig dat een beleidsadviseur af en toe op de werkvloer komt om te weten wat er speelt en wat wel en niet werkt in de praktijk. Een evaluatie of audit is een belangrijk middel om inzicht te krijgen in waar je met elkaar staat.